Manifestatie 'Stop genocide van de Oeigoeren', Ottowa, Canada, 28 september 2020

De brug tussen winst en waarden

In de ideale wereld kunnen ondernemingen zich focussen op één doel: het creëren van een zo groot mogelijke aandeelhouderswaarde. Helaas is de wereld niet ideaal. Ondernemingen worden dan ook regelmatig geconfronteerd met maatschappelijke en politiek netelige kwesties, zoals de situatie van de Oeigoeren in China (zie ook De Standaard van 14-15 augustus). Zou dwingende wetgeving ondernemingen aanzetten tot een betere besluitvorming met meer aandacht voor mensenrechten, milieu en de lokale gemeenschap? Wetgeving is het gemakkelijke deel, zo leert buitenlandse ervaring. Het succes staat of valt met opvolging en afdwingbaarheid alsook met een groter consumentenbewustzijn.

Geen ideale wereld

De stelling van Milton Friedman dat ondernemingen bestaan om een zo groot mogelijke aandeelhouderswaarde te creëren, dateert van de jaren zestig maar was van de eerste dag controversieel. De waarheid is uiteraard dat ze enkel opgaat in een ideële wereld met een perfect werkende vrije markt. Vandaag weten we dat er heel wat marktfalingen zijn en de tekstboekwereld niet bestaat. Maar hoe zou de wereld er dan moeten uitzien om dat ideaal beter te benaderen?

Harde keuzes

Voor bedrijven komt het er in de praktijk op aan om een verdedigbaar evenwicht te vinden tussen winst en waarden. Soms is de keuze voor de hand liggend, maar bij een dilemma is kiezen verliezen. In een wereld met geopolitieke spanningen komen bedrijven steeds vaker in politiek vaarwater terecht.

H&M, Nike en Zara kregen onlangs de Chinese overheid op hun dak omdat ze zich kritisch hadden uitgelaten over de situatie van de Oeigoeren in de provincie Xinjiang. Volkswagen kreeg dan weer vanuit Westers oogpunt kritiek omdat het daar nog steeds een vestiging heeft. We hebben dan nog niet eens gevraagd naar de mening van de Oeigoeren zelf. Zou hun lot verbeteren met een sluiting van alle vestigingen van Westerse bedrijven? En zou dit soort problemen niet beter op een politiek of diplomatiek niveau worden aangekaart?

Wetgeving in theorie…

Terug naar de bedrijfswereld: zou het de zaak vooruithelpen wanneer ondernemingen onder druk worden gezet met wetgeving (cf. Frankrijk, VK en Nederland)? Dergelijke wetgeving baseert zich doorgaans op de zogenaamde principes voor ‘Human Rights Due Dilligence’ van de Verenigde Naties alsook op de richtsnoeren van de OESO. ‘Human Rights Due Diligence' (HRDD) of gepaste zorgvuldigheid op het gebied van mensenrechten is een risicomanagementinstrument. Het is een preventietool die organisaties kunnen gebruiken om negatieve gevolgen inzake mensenrechten aan te pakken.

Sommige landen hebben HRDD rechtstreeks in de wet verankerd. Frankrijk bijvoorbeeld legt multinationals zorgvuldigheidseisen op om mensenrechtenschendingen te voorkomen in hun activiteiten en in hun toeleveringsketens. Wie zich benadeeld voelt, kan naar de rechter stappen. In België liggen enkele wetsontwerpen ter bespreking in het parlement. Ook de EU werkt aan een kader.

We mogen niet de illusie koesteren dat je dilemma’s kan oplossen met regelgeving.

…en in de praktijk

Het voorbeeld van de Oeigoeren toont aan dat een wettelijke ‘zorgvuldigheidsplicht’ snel kan verzanden tot een theoretisch begrip. Want hoe lijn je zulke complexe dossiers af in een wet? We mogen niet (andermaal) de illusie koesteren dat je dilemma’s kan oplossen met regelgeving. Soms is de koord uiterst dun en dan moeten we kunnen aanvaarden dat er geen optimale oplossingen zijn. Wat is de juiste keuze in het dossier van de Oeigoeren? Dit is eerder voorwerp van een maatschappelijk debat. En dat brengt ons bij de essentie van het probleem.

Het positieve aan de bestaande wetgeving in het buitenland is dat ze zich baseert op de principes van HRDD dat uitgaat van een stakeholderbenadering waarbij belanghebbenden de kans krijgen om van zich te laten horen. Dat is een vruchtbare aanpak die wijzelf al jaren bepleiten en promoten.

Ondernemingen die zich maatschappelijk verantwoord gedragen, gaan niet defensief te werk maar gaan onevenwichtige situaties proactief in kaart brengen en het evenwicht herstellen. Door met leveranciers, ngo’s en andere belangengroepen samen te werken, creëer je als organisatie inzicht en ontwikkel je een netwerk waarmee je keuzes beter kunt onderbouwen. We stellen overigens vast dat ondernemingen die deze weg bewandelen daar ook steeds beter voor worden beloond, ook door de consument, al is er nog een lange weg te gaan

Meer bewustzijn

Dat sommigen deze aanpak willen verankeren in wetgeving is begrijpelijk. Ze vinden dat het niet snel genoeg gaat en dat sommige bedrijven de kantjes eraf lopen. De echte uitdaging bestaat erin om ondernemingen aan te sporen tot een doorwrochte stakeholderaanpak waarbij een defensieve benadering (box-ticking) wordt vermeden. De ervaring met buitenlandse wetgeving leert dat monitoring en afdwingbaarheid in de praktijk de achilleshiel zijn van deze goedbedoelde regelgeving. Een alternatieve en positieve aanpak bestaat erin om de HRDD beter te omkaderen door kennisopbouw en ervaringsuitwisseling te stimuleren, ook met kmo’s. Daar zit de echte meerwaarde van de HRDD.

Het is ten slotte ook absoluut nodig dat consumenten bewustere keuzes maken en beseffen dat er een spanningsveld is tussen winst en waarden. Uiteraard kijkt de consument naar de portemonnee. Maar van een nietsvermoedende klant kan men niet verwachten dat die zijn keuzes laat leiden door mooie principes. Uiteraard komen politici liever met een verhaal over wetgeving dan de kiezer ook voor de eigen verantwoordelijkheid te stellen.