Vincent Siau: "We doen aan actief impact management"
Van een bescheiden naaiatelier naar een internationaal bedrijf dat bescherm- en werkkledij maakt voor de grootste kleppers. Alsico uit Ronse is een kranige 90’er die zijn duurzaamheidsbeleid naar een hoger niveau tilt.
Alsico beantwoordt perfect aan het beeld van een zogeheten ‘hidden champion’, zoals de Duitse academicus en consultant Hermann Simon al jarenlang onderzoekt en beschrijft. Een verborgen kampioen die in zijn sector marktleider is. Alsico is een producent van werkkledij uit Ronse. Hun werkveld is internationaal en klanten zijn bijvoorbeeld Intel, Jaguar, Pfizer tot zelfs de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA.
Overconsumptie
Van de klassieke blauwe werkmanoverall naar de gespecialiseerde cleantechpakken, het bedrijf evolueerde mee met zijn tijd en klanten. Alsico ontwerpt, produceert en distribueert werkkleding op basis van de behoeften van de drager. “Die strategie heeft tot gevolg dat Alsico nu een wereldspeler is met activiteiten in achttien landen”, zegt managing director Vincent Siau. “Dit is een vierdegeneratiebedrijf dat gegroeid is via partnerships en joint ventures, en verder kijkt dan het volgende kwartaal.” En dat laat zich onder meer voelen in de strategie en in de maatschappelijke dimensie die het bedrijf zichzelf aanmeet.
De werkkledij van Alsico moet aan verschillende technische eisen voldoen en bestand zijn tegen de zware processen van de industriële wasserijen. “Dat betekent dat wij veraf staan van de klassieke fashionindustrie, die gericht is op overproductie en overconsumptie. Onze werkkledij is gemaakt om lang te gebruiken, wat impliceert dat duurzaamheid al langer in ons DNA zit”, zegt Vincent Siau. “Dat veronderstelt een steeds voortdurende evolutie in het gebruik en ontwikkelen van de juiste grondstoffen. De productieprocessen van katoen of synthetische vezels die gebruikt worden in de werkkledij, hebben van origine geen al te best palmares op het vlak van duurzaamheid”, beseft Vincent Siau. “Duurzaamheid is teamwork en vereist actie in de hele toeleveringsketen en industrieën. De uitdagingen waar we voor staan, gaan verder dan één bedrijf of industrie. We hebben een duidelijke visie op duurzaamheid en samen hebben we een diepgeworteld duurzaamheidsbeleid ontwikkeld.”
Geloofwaardigheid
Het bedrijf heeft zichzelf drie doelen opgelegd. Het eerste is een streven naar een ‘net zero’-voetafdruk. “We doen aan actief impact management: we erkennen de impact die we hebben op mens en milieu, we brengen die impact in kaart door jaarlijks een due diligence uit te voeren. En we zetten gerichte acties op om ze te verbeteren, Dit alles doen we binnen het kader van de UN Sustainable Development Goals”, zegt Vincent Siau. “En dat alles wordt ook wetenschappelijk geverifieerd. Alles staat of valt immers met onze geloofwaardigheid.”
Alsico ontwerpt en produceert zijn kledij in eigen productielocaties in Tunesië, Marokko, Laos en Madagaskar. Ze werken dus niet met subcontractors. “Onze productie-units screenen we uiteraard intern, maar laten we ook controleren door externe partijen. En we gebruiken gecertificeerde stoffen, die geen schadelijke chemicaliën bevatten.”
In de CO2-rekening zijn verpakking en transport peanuts vergeleken met de stoffen die we aankopen.
Maar het gaat verder dan dat, beklemtoont Vincent Siau, want ze kijken ook naar de biodiversiteit op elke locatie. “Jaarlijks meten we de CO2-voetafdruk van de hele productieketen. We concentreren de productie met het oog op minder wegtransport, maar de belangrijkste actie om de CO2-voetafdruk snel terug te dringen zit hem in het vervangen van virgin - fossil fuel based - polyester door een recycled/biobased variant met een afdruk die driekwart lager ligt. In de CO2-rekening zijn verpakking en transport peanuts vergeleken met de stoffen die we aankopen.”
Maar de ESG-criteria zijn niet enkel milieudoelstellingen. Ook de sociale component speelt een belangrijke rol. Dat Alsico ruim 7.000 personeelsleden telt in productiesites in lagelonenlanden, is niet in contradictie met die sociale verantwoordelijkheid, stelt Vincent Siau. “Het is niet omdat we in minder welvarende landen actief zijn, dat we onze werkomstandigheden zouden terugschroeven. We zijn ons goed bewust van onze sociale verantwoordelijkheid. We hanteren overal dezelfde normen en we betalen overal een stuk beter dan het lokale minimumloon.”
Lees het volledige artikel in het septembernummer van Ondernemen.