- ETION
- Kennis Verwerven
- Remmen Regels Innovatie?

Remmen regels innovatie?
3 juli 2025
Het voornaamste innovatieargument tegen (over)regulering is dat regels en bureaucratie de innovatiekost verhogen en dus een ontradend effect hebben op bedrijven om te innoveren. Het negatieve effect is bovendien ongelijk verdeeld. Kleinere ondernemingen die minder middelen hebben om de administratieve rompslomp te bolwerken, ondervinden meer hinder. Om die reden zijn grote bedrijven niet altijd afkerig van regelgeving. Dat zij wel de schaal en middelen hebben om de overheadkost te dragen, geeft hen een competitief voordeel. Wat het beeld van een regellustige overheid tegenover een regelschuwe markt toch wat bijstelt.
Teken aan de wand
En toch. Dat slechts 3 van de 50 meest waardevolle techbedrijven Europees zijn — SAP, Schneider en ASML — is een teken aan de wand voor onze innovatieachterstand. Is die ongelijke balans alleen aan regelgeving te wijten? Het aantal ‘unicorns’ (start-ups met een waarde van minstens $1miljard) nam de laatste jaren sneller toe in de EU (+88% sinds 2014) dan in de VS (54%) (Creandum Dealroom, 2023). Europa heeft ook de naam risicomijdend te zijn. Maar dat ligt niet alleen aan regelgeving. Zo blijken Europese investeerders conservatiever en behoedzamer dan hun Amerikaanse collega’s (Centre For European Policy Analysis).
Regelgeving kan innovatie ook stimuleren. Vooreerst door barrières weg te nemen. Dat grote techbedrijven zoals Google en Meta vandaag in het vizier liggen van het gerecht, ook in de VS, is precies omdat ze door hun quasi-monopolie het innovatievermogen van andere bedrijven hinderen. Mits een gelijk speelveld kan regulering ook nieuwe producten en diensten helpen ontwikkelen. Zoals duurzaamheidsnormen de ontwikkeling van innovaties in groene technologie hielpen stimuleren. Kan de AI Act dit ook doen voor digitale innovatie?
Doel- en middelgerichte regelgeving
Het antwoord is ‘ja, mits’. Studies tonen dat met de adoptie van AI ook de bezorgdheden toenemen (Digimeter 2024). Er is dus bij consumenten een behoefte aan een kader dat vertrouwen schept. Tegelijk schrikt een teveel aan regels vooral start-ups af. Hier kan het onderscheid tussen doel- en middelgerichte regelgeving inspiratie bieden.
Met doelgerichte regelgeving bepaalt de overheid enkel de doelen of principes waaraan innovaties moeten voldoen — bijvoorbeeld dat een AI-systeem veilig of transparant moet zijn. Het is aan bedrijven om aan te tonen hoe ze dit doen en hierin innoverend kunnen zijn. De AI Act voorziet zelfs regelluwe ‘sandboxes’ voor bedrijven om hiermee te experimenteren.
Bij middelgerichte regulering bepaalt de overheid de procedurele of technische voorschriften waaraan een innovatie moet voldoen — bijvoorbeeld mits een verplichte audit van gebruikte datasets. Middelgerichte regels hebben het voordeel van de duidelijkheid, maar kunnen ook innovatiebeperkend zijn. Want mogelijk vindt de markt betere manieren om de vereiste doelen te bereiken.
De AI Act komt deels tegemoet aan het dilemma tussen reguleren en innoveren door een hybride aanpak van doelgerichte en procedurele regulering.
Hybride aanpak
De AI Act komt deels tegemoet aan het dilemma tussen reguleren en innoveren door een hybride aanpak van doelgerichte en procedurele regulering. Zo zijn er weinig of geen procedurele verplichtingen voor AI-toepassingen met een laag risico. Wel voor AI-systemen met een hoog risico, zoals toepassingen met gezichtsherkenning, wat vanuit het principe van proportionaliteit te verdedigen valt. Als Europa het beeld van regelneef wil bijstellen, kan ze beginnen met bestaande regelgevende kaders kritisch te onderwerpen aan een gelijkaardige proportionaliteitstoets. En waar mogelijk doelen boven middelen te plaatsen.