illustratie wereldbevolking

Onze demografische toekomst!

In ETION’s Flight to the Future schetste Charles Goodhart een panoramisch beeld van enkele demografische trends die op het punt staan ​​scherp te keren.

Een inflatiecijfer van 12% schudde beleids­makers wakker. Het was de doodsteek voor het geloof dat het tijdperk van inflatie nooit zou terugkeren. De oorlog in Oekraïne en de gevolgen hiervan op de energie- en voedselprijzen stuwen vandaag de prijzen naar omhoog. Ook de tekorten in de globale toeleveringsketens na covid deden hun duit in het zakje. Dat zijn allemaal fenomenen die op de korte termijn (laat ons hopen) een rol spelen.

Maar ook op lange termijn kunnen we een periode van hogere inflatie verwachten, zo concludeerde Charles Goodhart, een voormalig lid van het monetair comité van de Bank of England, tijdens een editie van ETION’s Flight to the Future. In zijn boek The Great Demographic Reversal beschrijft hij hoe demografische veranderingen de inflatie de voorbije decennia in toom hielden. Die demografische trend is nu aan het keren en zal leiden tot meer inflatie.

Door de dalende groeiratio van de beroepsbevolking zal de wereldwijde economische groei afnemen. En zullen we meer inflatie kennen.

Globalisering

In de drie decennia na de val van de Berlijnse muur was er een demografische sweet spot. De integratie van China in de wereldeconomie, begonnen met de hervormingen van Deng Xiao­ping in de jaren 80, was de belangrijkste gebeurtenis. Door die integratie verdubbelde de beschikbare voorraad arbeid. In China traden 240 miljoen mensen toe tot de beroepsactieve bevolking. De verhuis van arbeiders van het platteland naar de steden speelde een belangrijke rol. Die toename is vier keer zoveel als de zestig miljoen mensen die bij de beroepsactieve bevolking in de VS en Europa kwamen. Daarenboven bracht de re-integratie van Oost-Europa in de wereldeconomie miljoenen extra werknemers op de markt.

Gecombineerd met het heersende liberale economische beleid van de jaren tachtig en negentig zorgde dit voor een enorme positieve supply shock voor het aanbod op de arbeidsmarkt. Hierdoor verzwakte de onderhandelingspositie van de beroepsbevolking. Iets dat we vooral zagen bij de laaggeschoolde arbeiders in de rijke landen. Die goedkope arbeid zorgde voor een deflatoire trend omdat de prijzen van goederen daalden. De inflatie bleef rond de 2% hangen, zelfs bij een zeer expansionistisch monetair beleid.

Investeerders met kapitaal en arbeiders in China en Oost-Europa waren de winnaars in deze periode. De inkomensongelijkheid binnen Westerse economieën nam toe, terwijl ze tussen landen verminderde. Dit leidde op zijn beurt dan weer tot toenemend populisme en het in vraag stellen van de globale liberalisering.

Demografische ommekeer

Ondertussen is die demografische trend aan het keren. Vanaf de jaren 50 merken we een afname in de geboortecijfers, vooral in Europa, maar ook in Japan, China en het grootste deel van Noord-Azië. Daarnaast steeg de levensverwachting in deze landen, waardoor het aantal gepensioneerden er sterk zal toenemen, met een verhoging van de nood aan zorg tot gevolg. Tegelijkertijd zien we een vertraging van de globalisering door drie factoren.

Lees het volledige artikel in het decembernummer van Ondernemen.