hand doorprikt met naald ballon met Europese sterren

Europa's businessmodel onder vuur

Europa’s economische succes van de afgelopen decennia was gebouwd op drie pijlers: goedkope energie uit Rusland, open toegang tot de Chinese markt en toeleveringsketens, en diepe economische integratie met de Verenigde Staten. Die drie pijlers brokkelden één voor één af – en vandaag dreigen ze volledig te verdwijnen.

De inval van Rusland in Oekraïne betekende niet alleen een geopolitieke schokgolf, maar ook het einde van de toestroom van goedkope Russische energie. Wat jarenlang een concurrentieel voordeel was voor onze industrie, werd plots een strategisch risico. Europa reageerde met indrukwekkende snelheid door alternatieve energiestromen aan te boren, maar betaalde een hoge economische prijs.

Toenemende spanningen tussen de VS en China, gecombineerd met Europese zorgen over economische afhankelijkheid, mensenrechten en veiligheid, brachten ook de tweede pijler aan het wankelen. De Chinese markt werd minder toegankelijk en de afhankelijkheid van grondstoffen en kritieke technologieën werd steeds duidelijker. Europa begon te praten over ‘de-risking’ – minder afhankelijk worden zonder te ontkoppelen – maar concrete strategieën blijven fragmentarisch en komen traag op gang.

De band met de Verenigde Staten – ooit onze meest betrouwbare partner – ondergaat het stilste en gevaarlijkste afbrokkelproces van de drie. In de eerste ambtstermijn van Trump werd al duidelijk hoe weinig vanzelfsprekend de trans-Atlantische relatie nog is. Biden sprak zachtere taal, maar zijn beleid was in veel opzichten nog protectionistischer dan dat van Trump: met massale subsidies voor de eigen industrie (Inflation Reduction Act), waarbij nauwelijks ruimte was voor overleg met Europa.

Vandaag zijn we opnieuw in een trumpiaans tijdperk beland. De toon vanuit Washington is ronduit vijandig. De recente handelstarieven, gecombineerd met dédain voor Europese bezorgdheden, maken één zaak duidelijk: de derde pijler wankelt heviger dan ooit.

Strategische diversificatie

Tot een jaar geleden leek het logisch: afkicken van China en ons scharen achter de VS in het conflict met China. Vandaag is dat pad allesbehalve evident. In een wereld waar geopolitieke machtsspelletjes boven multilateralisme gaan, is Europa op zichzelf aangewezen. Dat vraagt een nieuw strategisch kompas.

Ik zie vier richtlijnen voor een strategisch Europa. Laten we ten eerste geen illusies koesteren over onze partners. We leven in een wereld zonder duurzame bondgenoten, een wereld waarin we waarschijnlijk geen partners meer vinden die we op lange termijn kunnen vertrouwen.

We moeten kiezen voor een bewuste strategische diversificatie. Europa moet zijn afhankelijkheden spreiden – op het vlak van energie, technologie, grondstoffen en markten. Dat vraagt bewuste keuzes, ook al zijn ze politiek moeilijk of economisch duurder op korte termijn. We moeten onze toeleveringsketens en onze markttoegang verder diversifiëren, zodat verstoringen in een van onze relaties kunnen opgevangen worden door de andere relaties.

We moeten onze macht durven gebruiken. Als het nodig is moeten we als EU andere landen de toegang tot onze markt durven ontzeggen. Ook moeten we niet aarzelen onze centrale rol in bepaalde toeleveringsketens als wapen in te zetten.

We moeten de besluitvorming automatiseren. Onze grootste zwakte is onze traagheid. Tegenmaatregelen moeten voorspelbaar en automatisch in werking treden. Dreigt een partner met protectionisme, dan moet de tegenmaatregel quasi onmiddellijk volgen – zonder de vertragende werking van veto’s van lidstaten en het lobbywerk van belangengroepen. Alleen zo nemen anderen ons serieus.

Uit de chaos

De tijd van business as usual is voorbij. Europa heeft geen vaste grond meer onder de voeten, maar dat hoeft geen zwakte te zijn. Als we deze fase gebruiken om onze strategische autonomie heruit te vinden, dan kunnen we sterker uit de chaos komen. Maar dan moeten we het oude businessmodel definitief achter ons durven laten.