man kijkt door vergrootglas naar mannetjes

Arbeidskrapte bedreigt concurrentiekracht

Wie automatische loonindexering zegt, denkt automatisch aan de loonkostenevolutie. Die is van belang voor de concurrentiekracht van een kleine open en exportgerichte economie als de onze. Met de huidige inflatiecijfers gaat in ons collectief geheugen een belletje rinkelen dat doet terugdenken aan de nefaste loon-prijsspiraal van eind jaren zeventig. In korte tijd prijsde ons land zich toen uit de markt. Ondertussen werken we echter met de gezondheidsindex. Die weert volatiele elementen zoals de prijs van benzine en diesel, maar ook alcoholhoudende dranken en tabak. Sinds 2015 werken we bovendien met een afgevlakte index (voortschrijdend gemiddelde).

Dankzij al die hervormingen is een herhaling van de jaren tachtig veel minder waarschijnlijk. Uiteraard blijft de loonkostenfactuur voor onze bedrijven een zware dobber. Bovendien kan de inflatie nog altijd haar eigen leven leiden. De recentste cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) tonen echter dat de Belgische loonkosten de komende jaren wellicht gelijke tred houden met de ontwikkelingen in Duitsland, Frankrijk en Nederland, onze belangrijkste handelspartners. Ook al hebben de buurlanden geen automatische index, de looneisen zijn ook daar navenant. Duitsland is bovendien van plan het minimumloon stevig op te trekken.

Uittocht

Er lijkt geen vuiltje aan de lucht. Maar, er is nog altijd de prangende arbeidskrapte. De coronabarometer van de Nationale Bank wijst uit dat 30 procent van de bedrijven het moeilijker heeft om talent aan te trekken, en 17 procent kampt met een groot personeelstekort. In de schoonmaak- en de beveiligingssector loopt dat percentage op tot meer dan 40 procent. In de horeca gaat het om een kwart van de bedrijven. Tijdens en na de lockdown zagen veel sectoren een uittocht van talent. In de horeca, het personenvervoer en de vastgoedsector stelt de helft van de bedrijven vast dat personeel meer geneigd is het bedrijf te verlaten. In de ICT-sector gaat het om meer dan een kwart van de medewerkers.

Het effect van het schrijnend gebrek aan talent op de looneisen is een van de grootste vraagtekens van 2022.

Het effect van dat schrijnend gebrek aan talent op de looneisen is een van de grootste vraagtekens van 2022. Gevraagd naar strategieën om talent te behouden en aan te trekken, staan hogere lonen en premies voor zittend en nieuw personeel hoog op de agenda. In een tijd waar ‘the war for talent’ alomtegenwoordig is, krijgen loonkosten voor veel bedrijven plots een andere betekenis. Het niet vinden van talent kost meer dan het behouden of aantrekken van duur(der) talent. Als opdrachten niet uitgevoerd worden omdat men geen mensen vindt, is een loonopbodspiraal een veel groter gevaar dan de klassieke loon-prijsspiraal.

Op zich is het een goede zaak dat ondernemingen talent erkennen als een investering en niet als een pure kostenfactor. Maar om te vermijden dat men elkaars mensen afpakt in een vijver die al is leeggevist, is meer nodig dan een zak geld. HR erkennen als een strategische dienst en de nodige armslag verschaffen, is een uitstekend begin. Om de arbeidskrapte structureel het hoofd te bieden moet veel breder gerekruteerd worden. Organisaties moeten zich openstellen voor minder evidente profielen. Men zal mensen moeten aanwerven op basis van toekomstige competenties en veel minder op basis van de huidige kennis. Er is veel bereidheid en welwillendheid nodig om nieuw talent op te leiden, op de werkvloer en in samenspraak met de huidige collega’s.

De grote olifant in de kamer is en blijft de grote onaangesproken arbeidsreserve.

De grote olifant in de kamer is en blijft de grote onaangesproken arbeidsreserve. Een potentiële concurrentiehandicap tegenover het buitenland is dat wij die reserve traditioneel minder makkelijk kunnen aanspreken om het noodzakelijk en schaars talent naar de arbeidsmarkt te leiden. Niet alleen in België maar ook in Vlaanderen staan honderdduizenden mensen op arbeidsleeftijd werkloos aan de kant. Die doelgroepen inschakelen is niet alleen een taak voor bedrijven. Ook de sociale partners en de overheid moeten er hun schouders onder zetten, al was het maar om onze tewerkstellingsgraad eindelijk op het niveau van die van onze handelspartners te krijgen. Vlaanderen moet de lessen van de interessante studiereizen naar Scandinavië dringend in de praktijk brengen.