munstukken vliegen weg achter vergrootglas

Wordt het inflatiespook een nachtmerrie?

De perfecte storm

Het onverwacht snelle herstel van de wereldeconomie heeft in het voorbije jaar een perfecte voedingsbodem gecreëerd voor inflatie. Energie en grondstoffen veerden spectaculair terug van een historisch dieptepunt. De mentale shift inzake klimaattransitie duwde ook op de termijnmarkten de prijzen verder de hoogte in. De prijs van koolstof steeg met een veelvoud. Geopolitieke kwesties maken de puzzel nog complexer. Ondertussen werden producten en halffabricaten duurder als gevolg van wereldwijde logistieke problemen in de aanvoerketting. Daarbovenop kwam duurder transport via containers.

Achter de curve?

Volgens het IMF groeit de economie in de VS dit jaar ‘slechts’ 4,0% in plaats van 5,2% zoals eerder verwacht. Maar is dit een probleem? Het bbp en de consumptie-uitgaven zitten nu reeds op de pre-covidtrend alsof er geen pandemie is geweest. De combinatie van arbeidskrapte en logistieke aanvoerproblemen zorgen voor een recordstapel onafgewerkte orders en een forse opwaartse prijsdruk die zich vervolgens vertaalt in stijgende looneisen. De vraag die financiële markten bezig houdt, is niet of de Federal Reserve de rente zal optrekken, maar hoe vaak en tot op welk niveau? De hamvraag: is het inflatiespook niet reeds uit de fles en loopt men achter de feiten aan? Of, zoals in het jargon, zitten centrale banken ‘achter de curve’?

Inflatiespook

In dat geval zou het spook zich zomaar kunnen transformeren tot een ware nachtmerrie. Ongeacht de evolutie van de energieprijzen en het verdere verloop van de logistieke aanvoerproblemen, bestaat het risico dat hogere prijzen doorsijpelen naar andere segmenten van de economie. Vooral de krappe arbeidsmarkt zou deze zogenaamde tweede-ronde-effecten kunnen aanwakkeren met hogere looneisen. De looninflatie steekt momenteel de kop op in de VS en het VK, minder in de eurozone. De zogenaamde ‘great resignation’ is een acuut Angelsaksisch fenomeen en gaat vooral over medewerkers die ontslag nemen voor een beter (betaald) alternatief.

Kerninflatie

Dat laatste verklaart ook waarom de ECB eerder terughoudend hint op een renteverhoging, hoewel er in de verklaring van het monetair comité van 3 februari wel een serieuze bocht werd gemaakt. Wel blijft de kerninflatie in de eurozone met 2,3% relatief laag ten opzichte van 5,5% in de VS of 4,2% in het VK. De kerninflatie meet de inflatie zonder rekening te houden met hoge energie- en voedingsprijzen. In januari daalde de kerninflatie in de eurozone overigens van 2,6% naar 2,3%. Toch geeft de ECB nu toe dat ze moet oppassen om niet achter de curve terecht te komen. Voorkomen is beter dan genezen. Een renteverhoging later dit jaar lijkt aangewezen.

Loonkostenhandicap

Want zelfs wanneer de inflatie in de tweede helft van het jaar zou afzwakken, zitten we omwille van mogelijke tweede-ronde-effecten aldus nog niet op het droge. Vooral België moet opletten als gevolg van de automatische loonindexering. We moeten niet alleen beseffen dat binnen de eurozone slechts 3% van de werknemers in de private sector onder een dergelijk systeem van automatische loonindexering valt (naast België ook Cyprus, Malta en Luxemburg), maar ook dat de bedrijven deze facturen betalen. OESO-data van begin december gaven aan dat onze loonkosten gelijke tred zouden houden met onze buren. Omdat er ondertussen nog een indexering is bijgekomen — het worden er vier in minder dan een jaar — wordt de loonkostenhandicap terug groter. Daarbovenop moeten we nog afwachten wat het effect zal zijn van de loondrift als gevolg van arbeidskrapte die bij ons zeer acuut is geworden.

 

We moeten beseffen dat de koopkracht van werknemers en gezinnen niet alleen afhangt van de indexering van de lonen en de uitkeringen maar ook van het behoud van tewerkstelling.

 

Energiefactuur

De federale regering nam recent enkele maatregelen om de pijn van de energiefactuur voor de gezinnen te verzachten. In de commentaren wordt er nauwelijks gesproken over de pijn voor de bedrijven. De btw-verlaging op elektriciteit werkt als een kleine indexsprong maar aan het huidig inflatietempo zijn er veel kmo’s en zelfstandigen die hun rekeningen niet meer kunnen betalen.

De combinatie van zowel een hogere energie- als loonkostenfactuur weegt ook op onze internationale concurrentiekracht. Een echte indexsprong, waarbij de indexering bewust wordt overgeslagen zoals in 2015, kan daarom aangewezen zijn wanneer de loonkosten te ver uit de pas zouden lopen in vergelijking met Duitsland, Frankrijk en Nederland.

We moeten beseffen dat de koopkracht van werknemers en gezinnen niet alleen afhangt van de indexering van de lonen en de uitkeringen maar ook van het behoud van tewerkstelling. Dat aspect blijft tot op vandaag in het publieke debat onderbelicht. Het inflatiespook heeft vele gedaantes en een verlies aan concurrentiekracht en tewerkstelling is een nachtmerrie die evenzeer valt te vermijden.