Emmanuel Buyck en de Indiër Steve Shewmin Cutinho in de luchthaven van Zaventem

Niet-Europese aanwerving: “Ik zou het meteen opnieuw doen”

Emmanuel Buyck is eigenaar en CEO van The Rotating Company. Zijn bedrijf levert, installeert, onderhoudt, reviseert en optimaliseert alles wat met elektrisch rotating equipment te maken heeft, van industriële pompen en generatoren over ventilatoren tot elektromotoren en andere aandrijvingen. De vader van drie kinderen stelt sedert een tiental jaar zowat 40 medewerkers tewerk op drie locaties.

Hij was al lange tijd op zoek naar opvolging voor de middellange termijn in zijn werkplaats. De vrees vroeg of laat zonder opvolging te vallen voor bepaalde knelpuntberoepen, zette hem ertoe aan te denken aan niet-Europeanen als werknemer.

Wikkelaar voor elektromotoren

“Op de huidige arbeidsmarkt vinden we voor sommige beroepen noch de juiste competenties, noch de juiste opleiding”, zo ervaart Emmanuel Buyck: “Zo zochten we vergeefs naar wikkelaars van elektromotoren. Onze vacature stond al meer dan een jaar open en wie het probeerde, gaf al snel deze vorm van handenarbeid op.” Technisch gezien bestaat het werk erin een set koperen spoelen in een behuizing aan te brengen; die veroorzaken een magnetisch veld en laten zo een elektromotor draaien. Dat is een delicaat, intensief, maar mooi stuk handenarbeid én ambacht.

Maar Emmanuel vond er niemand voor: “Ik werd gecontacteerd door de 23-jarige Indiër Steve Shewmin Cutinho, die me aantoonde dat hij het werk beheerste. We hadden contacten via LinkedIn en mail. Na diverse gesprekken, besloot ik het er op te wagen. Het risico was daarbij vele malen groter voor hem dan voor mij. Ik riskeerde de kosten van een vliegtuigticket en twee maanden loon, maar hij zette zijn ganse hebben en houden in.”

Ik riskeerde de kosten van een vliegtuigticket en twee maanden loon, maar hij zette zijn ganse hebben en houden in.

Integratie

Het vertrouwen was wederzijds en de CEO keek positief naar de cultuur van Steve en de familie. Alle risico’s werden besproken en zelfs een exit­scenario passeerde de revue: “Je moet in een dergelijk proces heel kritisch zijn en vooral duidelijk communiceren op alle domeinen.

We hielpen Steve op weg, maar uiteindelijk moest hij zijn integratie — met vallen en opstaan — zelf waarmaken. We zorgden voor kost en inwoon de eerste maanden en stelden hem een leegstaand appartement ter beschikking. Je zou dat wellicht niet kunnen als je meerdere krachten tegelijk aanwerft, maar we hadden het geluk deze woonst te kunnen aanbieden. Vandaag, aan het begin van zijn tweede werkperiode, woont de jongeman in Gent en voorziet hij in zijn eigen onderhoud.”

De integratie van de jonge Indiër verliep zeker niet vanzelf, maar werd mee gestuurd door twee peters. De eerste was de CEO zelf, die zich op alle domeinen voor Steve verantwoordelijk voelde. Verder was er binnen de organisatie een tweede peter, die voor alles instond op de werkvloer: “We zorgden voor een warm onthaal aan de luchthaven en stelden zijn familie gerust. Hij kreeg meteen de nodige communicatiemiddelen, waaronder wifi en een gsm.”

Lees het volledige artikel in het maartnummer van Ondernemen.