Elise Vanaudenhove

Elise Vanaudenhove: van crisismanager tot kweker

Na zeven jaar aan het roer van schoenenketen Euroshoe/Bristol vroeg Elise Vanaudenhove in 2024 het faillissement aan. Het was het slotstuk van een intense periode vol crisismanagement en herstructureringen. Vandaag leidt ze een zelfpluktuin in Beverlo. Geen spreadsheets of vergaderzalen meer, maar wel bedden vol groenten en geurige bloemen. “Ik ben altijd trouw gebleven aan mezelf”,  vertelt ze in Ondernemen.

In haar tuin voelt Elise Vanaudenhove zich thuis. Ze leidt ons langs rijen bloemen en groenten op haar 3,5 hectare grote domein in Beverlo, een verstild paradijs. Tijdens de zwaarste jaren bij Euroshoe bood werken in de tuin haar rust. “Wat begon als een uit de hand gelopen hobby, is sinds eind 2024 mijn nieuwe job geworden”, glimlacht ze. “Ik had mezelf een sabbatjaar beloofd, maar dat is niet gelukt. De natuur wacht niet. Je moet mee, anders loop je achter de feiten aan.”

Haar stap naar het buitenleven komt niet uit de lucht vallen. Ooit zocht ze haar weg in de reclamewereld, gedreven door creativiteit. Daarna volgde een andere levensstijl. Tien jaar lang baatte ze samen met haar man een B&B uit, waar ze yoga en pilates gaf. Acht jaar geleden keerde ze onverwacht terug naar het bedrijfsleven, als CEO van Euroshoe. En vandaag kiest ze opnieuw voor het alternatieve pad, met een zelfpluktuin in Beverlo.

Altijd blijven vechten

Eind 2017 ging Elise Vanaudenhove aan de slag bij Euroshoe als crisismanager, nadat ze vanuit de raad van bestuur zag dat het de verkeerde kant opging. Ze vertegenwoordigde de vierde generatie in het familiebedrijf, haar overgrootouders begonnen ooit met een schoenwinkel. “Ik kwam erbij in een poging om het bedrijf te redden. De reserves waren opgebruikt. Toen ik begon, was er alleen nog een kaskrediet, dat we bijna continu volledig opnamen. Dat is geen gezonde financiële situatie.”

Samen met de nieuwe CFO slaagde ze erin het structurele cashtekort weg te werken en het bedrijf opnieuw boven water te krijgen. Bovendien deed ze een beroep op een coach. “Mensen in een vergelijkbare situatie raad ik altijd een coach aan. Die is onbevooroordeeld en helpt je door je processen heen, een beetje als een therapeut, maar dan praktisch en gericht op je uitdagingen.”

Maar toen volgden de crisissen elkaar op: corona, stijgende kosten, druk van de banken... “We moesten zo hard besparen dat we niet meer konden investeren in marketing. Dan graaf je als merk je eigen graf, zeker als je al onder druk staat. Maar we zijn altijd blijven vechten.”

Het faillissement was eenzaam. Je bent de boksbal van iedereen, alleen maar bezig met communiceren en de schade te beperken.

Het beeld dat zich in die periode in haar hoofd nestelde, is haar altijd bijgebleven. “Je staat aan de rand van een afgrond en denkt: als ik nu spring, is het gedaan. Maar dan zet je toch weer twee stappen achteruit en kijk je rond. En dan zie je dat er nog altijd een keuze is. Zelfs als je met je rug tegen de muur staat.”

Lees haar volledige verhaal in het septembernummer van Ondernemen.