illustratie: clash tussen een Amerikaans en Chinees containership

China’s geheime wapen

Opinie van Hans Diels (De Standaard, 12 april 2025)

De handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China is zo geëscaleerd dat in beide landen de prijs die importeurs betalen voor buitenlandse producten, door extra taksen, meer dan verdubbelde. De gevolgen zullen voelbaar zijn in de mondiale toeleveringsketens en op de balansen van multinationals. Maar wie denkt dat dit het volledige arsenaal van China is, vergist zich. Want Peking beschikt over een minder zichtbaar, maar minstens even krachtig wapen: informele economische maatregelen. 

Een sprekend voorbeeld daarvan vinden we in 2016. Zuid-Korea gaf toen groen licht voor de installatie van het Amerikaanse Thaad-raketsysteem als bescherming tegen Noord-Korea. China interpreteerde dat als een bedreiging van zijn nucleaire afschrikking en greep niet naar officiële sancties, maar naar economische druk langs een achterpoortje. 

Zuid-Koreaanse merken kregen het zwaar te verduren. Hyundai en Kia zagen hun verkoopcijfers in China kelderen met respectievelijk 42 en 54 procent. Supermarkten van het Zuid-Koreaanse Lotte-concern – dat het terrein voor het raketschild had geleverd – gingen op slot wegens plots opduikende “brandveiligheidsproblemen”. Uiteindelijk trok Lotte zich bijna volledig terug uit China. Zonder één formele boycotmaatregel te hebben aangekondigd, had Peking zijn punt gemaakt. 

Datzelfde patroon zagen we al eerder, in 2012 met de Filipijnen. Op het hoogtepunt van een conflict over een rif in de Zuid-Chinese Zee stopte China plots met de import van Filipijnse bananen. De officiële reden? Schildluizen in enkele containers. Maar de timing was geen toeval. 

De Filipijnen exporteerden jaarlijks voor bijna 400 miljoen dollar aan bananen naar China. Voor 200.000 Filipino’s was het hun broodwinning. Officieel was er nooit sprake van een boycot, laat staan van een directe link met het conflict op zee. En net dat maakt het zo krachtig: die informele maatregelen komen zonder aankondiging en zonder handleiding. Ze sluipen binnen in logistiek, retail of voedselveiligheid en richten maximale schade aan, zonder formele verantwoordelijkheid. 

Politiek vermomd als procedure

China kiest bewust voor die strategie. Maatregelen die verpakt zijn als zorgen voor volksgezondheid, milieu of veiligheid zijn moeilijk aan te vechten in internationale instellingen zoals de Wereldhandelsorganisatie (WTO). De juridische onderbouwing lijkt onschuldig, de gevolgen zijn dat allerminst. Ook al dan niet door de overheid aangestuurde consumentenboycots zijn moeilijk aanvechtbaar. 

Dat is politiek vermomd als procedure. En net omdat er geen officiële link is met een diplomatiek geschil, kan China makkelijk de-escaleren of net verder gaan zonder gezichtsverlies. Geen krantenkoppen, geen publieke verantwoording – maar wel een duidelijke boodschap aan het bedrijf of land in kwestie, én aan anderen die mogelijk op het ‘verkeerde’ pad zitten. 

Voor bedrijven wereldwijd leidt dat tot permanente onzekerheid. Wat vandaag een logistieke vertraging lijkt, kan morgen een stille sanctie blijken. En wanneer je dat beseft, is het vaak al te laat. 

Een administratieve vertraging volstaat om het marktaandeel nog verder onder druk te zetten. 

In een verdere escalatie van de handelsoorlog tussen de VS en China is het zo goed als zeker dat Amerikaanse bedrijven het doelwit worden van dat soort informele maatregelen. En welk bedrijf ligt er dan meer voor de hand dan Tesla – geleid door Elon Musk, symbool van Amerika’s innovatie maar recentelijk ook van onverbloemd trumpisme?

Tesla heeft een forse voetafdruk in China. Het produceert er, verkoopt er en is afhankelijk van goedkeuringen van Chinese overheden, onder meer voor zijn rijhulpsystemen. De verkoop daalt al, de concurrentie van Chinese merken neemt toe. Een administratieve vertraging volstaat om het marktaandeel nog verder onder druk te zetten. 

Topje van de ijsberg

Tesla is maar het topje van de ijsberg. Starbucks, Walmart, Microsoft, Apple, Coca-Cola, General Motors, KFC – allemaal zijn ze zichtbaar aanwezig op de Chinese markt, en dus kwetsbaar. Enkele jaren geleden werd Nike het mikpunt van een spontane mediacampagne in China, nadat een oud statement was opgedoken waarin het bedrijf zijn bezorgdheid had geuit over dwangarbeid in Xinjiang. Bekende Chinese sterren verbraken hun contracten. Concurrenten als The North Face verwijderden gelijkaardige uitspraken om geen doelwit te worden.

Informele maatregelen strategisch inzetten is niet alleen bedoeld om buitenlandse bedrijven af te straffen, maar ook om hen onder druk te zetten zelf in Washington te lobbyen voor een mildere koers tegenover China. Of dat bij Trump effect sorteert, is niet duidelijk. Wat wel opvalt: ook de Verenigde Staten evolueren in de richting van meer informele pressiemiddelen. 

Neem de dreiging om Tiktok te verbieden: juridisch wankel, maar politiek krachtig. Trumps neiging om de eigen regelgeving te buigen of te negeren leidt tot een nieuwe vorm van economische dreiging – ook tegenover bedrijven die inzetten op thema’s als diversiteit en inclusie, inclusief Europese bedrijven actief in de VS. 

De handelsoorlog wordt daardoor niet alleen een spel van tarieven, maar een spel van signalen. Van hints en dreigingen. Bedrijven moeten vandaag alert zijn voor wat níét op de officiële agenda staat. In die nieuwe realiteit is een wachtrij aan de grens een geopolitiek signaal. Een verloren licentie een stille sanctie. En een plots verdwenen exportkanaal een waarschuwing die geen woorden nodig heeft.