Hildegard Debrabandere en Francis Demuynck

Kofonds: ondernemers steunen elkaar bij ziekte

Een kring van twintig tot vijftig ondernemers in een Kofonds beloven elkaar dat ze steun zullen bieden mocht een van hen ziek worden. Ze willen dan samen zorgen dat de zieke elke maand duizend euro ontvangt. Dat doen ze door elk een klein bedrag te schenken aan de ondernemer met gezondheidsproblemen.

“Een Kofonds draait dus volledig om solidariteit en menselijkheid. Dit heeft niets te maken met fiscale voordelen of beleggen. Naast de financiële steun willen we ook praktische hulp bieden om onze collega de moeilijke periode te laten overbruggen. Dit verloopt tussen mensen die elkaar kennen van regelmatige vergaderingen en activiteiten. Dat maakt de ondersteuning heel direct. We gaan ervan uit dat een ondernemer zo snel mogelijk verder wil werken en niet streeft naar een lange periode met uitkeringen. Een eventuele fraudeur weet dat de benadeelde geen anoniem instituut is, maar een groep van ondernemers uit zijn omgeving die hem of haar ook persoonlijk kennen”, zegt initiatiefnemer Francis Demuynck.

Kosten

Deelnemers betalen 250 euro bij het toetreden tot het fonds en sparen dan elke maand 100 euro op hun eigen rekening. Bedoeling is dat elke deelnemer na verloop van tijd een duizend euro ter beschikking heeft. Die som dient in de eerste plaats voor het geval de ondernemer zelf ziek wordt en zo een eerste periode kan overbruggen. Daarna komen de andere deelnemers van het fonds te hulp; ieder voor een beperkt bedrag. Op hun rekening maken ze een automatische betaalopdracht naar het Kofonds, dat op die manier het geld verzamelt voor de zieke ondernemer.

Ondernemers betalen een fractie van wat een verzekering gewaarborgd inkomen kost.

De maandelijkse kosten bedragen dan nog eens tien euro voor de kosten van administratie en lokale activiteiten. Ondernemers betalen voor een jaar dus 120 euro. Dat is een fractie van wat een klassieke verzekering gewaarborgd inkomen kost. Deelnemers hebben de mogelijkheid om de uitkering bij ziekte te verhogen, door zelf ook een hoger bedrag te sparen. Voor ondernemers in bijberoep ligt het bedrag lager.

Nederlands voorbeeld

Kofonds is opgestart door ondernemer Francis Demuynck, samen met zijn vrouw Hildegard Debrabandere. Hij werkt sinds 2014 als een zelfstandige financiële consultant. Momenteel is hij voor een groot deel van zijn tijd aan de slag als stafmedewerker bij de intercommunale Leiedal in West-Vlaanderen. De idee om te starten met het Kofonds kwam er nadat een verzekeringsmaatschappij weigerde hem een bijkomende ziektepolis te verkopen omwille van een mogelijk gezondheidsrisico. “Ik heb toen aan den lijve ondervonden hoe weinig alternatieven er dan overblijven. De extra verzekeringen voor gewaarborgd inkomen zijn bovendien heel duur. Het trok mijn aandacht dat er in Nederland wél mogelijkheden zijn om solidair te zijn tussen ondernemers tegen een lage kost.”

Het Belgische initiatief volgt het voorbeeld van het Nederlandse Broodfonds. Daar zijn niet minder dan 28.000 ondernemers aangesloten bij een van de 622 groepen op 195 locaties. Het systeem werkt intussen al meer dan vijftien jaar en breidt nog voortdurend uit. Ook in Nederland gaat het om lokale fondsen van maximaal vijftig ondernemers.

Ziektepercentage

Kandidaat-deelnemers zijn natuurlijk ook bezorgd over extreme gevallen, waarbij een ondernemer heel lang ziek blijft en zij dus in theorie lang blijven betalen. “Vanuit de ervaringen in Nederland weten we dat ondernemers niet vaak ziek zijn. De ziektegraad ligt in deze groep onder de twee procent. Vergeleken met bedienden — zes procent — en ambtenaren — acht procent — is dat erg beperkt.

Daarnaast zit in het fonds ook een solidariteit ingebakken vanuit de koepel (Stichting Kofonds) naar het individuele fonds. Wanneer het uit te keren bedrag te groot wordt, dan kan er vanuit de centrale organisatie bijgesprongen worden. Dat moet de individuen in het fonds ook beschermen: zij schenken gemiddeld een 25 euro per maand per zieke collega, met een maximum van 100 euro per maand. Deze schenkingen kunnen ook niet langer dan een jaar duren. Tegelijk willen we wel maken dat een lokaal fonds flexibel kan inspelen op specifieke situaties. Zij kunnen dan gezamenlijk beslissen om af te wijken van standaardregels”.

Lees het volledige artikel in het maartnummer van Ondernemen.