zonnepanelen

Pak de energie-overwinsten aan

Energiebedrijven — zowel fossiele als nucleaire — publiceren uitzonderlijk hoge winsten voor 2021. Ondertussen kreunen gezinnen, bedrijven, organisaties en overheden onder de exploderende factuur. Overheden zijn nauwelijks opgewassen tegen die evolutie. Alleen de Franse regering slaagt erin de overwinsten van haar overheidsbedrijf fors te beteugelen.

Vanaf welk moment spreken we van ‘overwinst’? Op die vraag bestaat geen eenduidig antwoord, maar energie is in hoofdzaak een publieke dienstverlening. De distributie van gas en elektriciteit heeft veel weg van een natuurlijk monopolie. Net zoals bij de spoorwegen zou het niet efficiënt zijn meerdere concurrerende distributienetwerken naast elkaar te leggen. In de productiesfeer is concurrentie zinvol, maar ook hier moeten we voorkomen dat enkele spelers marktmacht uitbuiten via (te) hoge prijzen. Daarom moet ook hier elk subsidiemechanisme kritisch tegen het licht worden gehouden.

De huidige hoge elektriciteitsprijs is een gevolg van de exploderende gasprijs. Alle producenten en energiebedrijven surfen mee op de hoge marktprijs, hoewel gascentrales maar een derde van de elektriciteit in dit land opwekken. Vlaams minister van Energie Zuhal Demir en haar federale collega Tinne Van der Straeten doen er daarom goed aan overwinsten in de energiesector te onderzoeken en aan te pakken.

Contractbreuk

De ondersteuning voor zonnepanelen, windenergie en bio-energie via groenestroomcertificaten heeft er destijds toe geleid dat die nieuwe vormen van energieopwekking een positief rendement konden genereren. Ondertussen werd hernieuwbare energie goedkoper, kreeg het systeem van Europese verhandelbare uitstootrechten een solide prijsvorming en zijn nieuwe wind- en zonnepaneleninstallaties voordeliger dan energie uit fossiele brandstoffen.

De meeste ontvangers van groenestroomcertificaten voor zonnepanelen hebben hun investering al lang terugverdiend. Daarom is het verdedigbaar dat Demir de subsidies voor grote zonnepaneleninstallaties wil beperken. Dat is goed voor een besparing van ongeveer 1,2 miljard euro. Het klopt dat wie investeerde in de ontluikende hernieuwbare energiesector, steun ontving voor de meerkost (het onrendabele topmodel), maar niet voor de overwinsten.

Een beloofde subsidie terugdraaien kun je afdoen als contractbreuk. Misschien komt het zelfs tot rechtszaken. Toch kan het niet de bedoeling zijn dat er winst wordt gemaakt op de rug van de elektriciteitsverbruiker. Wie risico neemt en investeert, moet daarvoor worden beloond, maar dat rendement afvlakken in tijden van grote maatschappelijke nood staat niet haaks op een investeringslogica.

Net door de onvolmaakte beslissingen uit het verleden en de te trage aanpassing van de ondersteuning, werden de beschikbare middelen niet of onvoldoende in nieuwe productie geïnvesteerd, hoewel er veel behoefte is aan bijkomende zonnepanelen en windturbines.

Voor gezinnen en bedrijven die wensen te investeren in zonnepanelen, warmtepompen of elektrische auto’s, is de lappendeken aan premies en voordelen, in combinatie met een digitale teller en overstap naar een capaciteitstarief, een kluwen dat een grondige economische afweging onmogelijk maakt. Toch is de kans groot dat wie nu investeert in de energietransitie, zowel een maatschappelijk als financieel voordeel doet. Door het gebrek aan transparantie wachten mensen langer dan noodzakelijk.

Fina en Electrabel

Het mag niet bij één maatregel blijven. De Vlaamse en de federale overheid moeten (het liefst samen) een timing opstellen, zodat nieuwe investeerders zeker weten dat ze hun centen terugverdienen. Mocht blijken dat ze in de toekomst hoger dan verwachte rendementen behalen, dan weten ze dat sommige voordelen misschien worden teruggedraaid. Maar de overheid doet er ook alles aan om het omgekeerde te vermijden. Er is daarom een veel bredere visie en aanpak nodig dan alleen maar de fouten uit het verleden remediëren.

Wij moeten lijdzaam toekijken hoe vooral buitenlandse spelers de winsten opstrijken op kap van de consument.

Ook het federale en het Europese niveau moeten veel verder vooruit kijken. Door de verkoop van de cruciale Belgische energiebedrijven, van Fina tot Electrabel, kan de overheid nauwelijks interveniëren om de energieprijzen te plafonneren. De Franse regering kan de energieprijzen bevriezen ten koste van overwinsten van het staatsbedrijf, wij moeten lijdzaam toekijken hoe vooral buitenlandse spelers de winsten opstrijken op kap van de consument.

Met de 1,2 miljard euro besparing op groenestroomcertificaten kan de Vlaamse regering bij 300.000 gezinnen met sociaal tarief, gratis zonnepanelen plaatsen. Stel u voor wat we allemaal zouden kunnen doen met de miljarden aan overwinsten van de nucleaire en fossiele energiesector?