blok met Europese sterren op landkaart van Europa

Een beter handelsakkoord kan enkel met een sterkere EU

De Amerikaanse president Donald Trump heeft de steun aan Oekraïne en het voortbestaan van de NAVO mee in de strijd gegooid in de onderhandelingen over een handelsdeal met de Europese Commissie. Daardoor werd de Europese Unie volledig met de rug tegen de muur gezet. Dit ging niet alleen over handel. De vraag of het akkoord valt te verdedigen, is daarmee irrelevant. Veel belangrijker is of Europa hieruit lessen kan trekken.

Het gebrek aan Europese onderhandelingsmacht op het vlak van handel volgt uit de verschillende economische structuur en uiteenlopende sectorale belangen van de lidstaten. Duitsland, dat vooral auto’s en machines exporteert, had veel te verliezen en koos voor het minste kwaad. Frankrijk en Italië, die veel wijn‑ en landbouwproducten uitvoeren, wilden dan weer hardere tegenmaatregelen. Die sectoren hebben hogere marges en de omvang van de export is relatief beperkt. Ook farmaceutische exporteurs zoals België en Ierland zijn tevreden met de beperkte schade, al is er nog onzekerheid.

Die diversiteit aan belangen heeft de positie van de Commissie verzwakt. Een gecoördineerde strategie werd onmogelijk. De Commissie kon geen geloofwaardig dreigement uitbrengen en moest zich beperken tot reageren in plaats van proactief ageren. We kunnen ons daarover beklagen, maar de EU is momenteel wat ze is. De vraag is dus: willen we in de toekomst beter doen?

Eigen Europese belastingen

We zouden kunnen starten met een eerder pragmatische hervorming. Die kan erin bestaan dat we de handelspositie van de EU tijdens onderhandelingen stroomlijnen dankzij een compensatiemechanisme. Daarbij kunnen lidstaten die veel dreigen te verliezen bij bepaalde maatregelen gecompenseerd worden door leden die minder nadelen zouden ondervinden. 

Met een compensatiemechanisme kunnen lidstaten die veel dreigen te verliezen bij bepaalde maatregelen gecompenseerd worden door leden die minder nadelen zouden ondervinden. 

Met zo’n mechanisme achter de hand had de EU zich aan de onderhandelingstafel harder kunnen opstellen en zich niet uit elkaar moeten laten spelen. Dat zou de onderhandelingen anders hebben doen verlopen.  

Het compensatiemechanisme moet dan wel geloofwaardig zijn. Het vergt een EU die beschikt over het mandaat om de middelen voor die compensatie effectief te vergaren en in te zetten wanneer nodig. Desnoods via de uitgifte van eigen belastingen of obligaties (eurobonds). Zo niet, zal de tegenpartij tijdens de onderhandelingen iedereen weer uit elkaar weten te spelen.

Laat Commissie handel bepalen

Een andere optie kan zijn dat de Europese Commissie het handelsbeleid in zijn geheel bepaalt en niet langer de lidstaten via de Raad van Ministers. De Commissie zou dan bijvoorbeeld het antidwanginstrument kunnen inzetten waarover de EU sinds 2023 beschikt. Het gaat om een wettelijk kader om economische dwang te identificeren en te bestrijden, met als doel zowel dialoog als vergeldingsacties te gebruiken. In de recente onderhandelingen met de VS werd dat instrument echter niet ingeroepen wegens onenigheid tussen lidstaten en uiteraard de angst om op militair-strategisch vlak in het onderhemd te worden gezet.

De grote les is dat er fundamentele hervormingen moeten volgen om de EU slagkrachtiger te maken tijdens onderhandelingen. Er is een combinatie nodig van institutionele hervormingen (gekwalificeerde meerderheid en federale bevoegdheden), meer strategische autonomie (energie‑, kapitaalmarkten- en defensie‑unie), handelsdiversificatie (nieuwe markten) en solidariteitsinstrumenten (compensatiemechanisme).

Zonder die stappen blijft Europa een speelbal van de grootmachten. De vraag is: zijn we bereid die stappen te zetten? Willen we meer doen dan enkel maar klagen over een gebrek aan slagkracht? De Belgische topdiplomaat Paul-Henri Spaak waarschuwde voor twee soorten landen in Europa: kleine landen en landen die nog niet weten dat ze klein zijn.